Lea Kliphuis

 ‘’Don't go around saying the world owes you a living. The world owes you nothing. It was here first.’’

Niet alleen The Smiths waren gecharmeerd van deze woorden, ook Lea Kliphuis liet zich inspireren door Mark Twain. Het gaf haar het vertrouwen en de daadkracht om na een periode van zoeken en niet vinden toch de studio in de duiken met een aantal van haar favoriete muzikanten. Samen met JP Hoekstra, Marien Dorleijn en de ritmesectie van De Staat (Jop van Summeren en Tim van Delft) hervond ze in het achterland van Groningen haar heilige vuur en een tweede album werd ontstoken. 

“We hebben meer weggelaten, dan opgenomen.”

Na het veelgeprezen debuut Can I Come By? werd The World Owes Me Nothing gekenmerkt door een omvangrijke eenvoud. In lijn met helden als Lucinda Williams, de latere Beck en vooral Robert Plant met Alison Krauss, wist Lea Kliphuis met weinig middelen alles te zeggen. Trouw verwoordde het ooit als volgt: “na Tim Knol is Lea de tweede Nederlandse sensatie die zo ongedwongen pendelt tussen subtiel en subliem”. Het wachten is op de volgende hemelse botsing met Lea’s pendelbus.